Drie maal is scheepsrecht
Heeft een gemiddelde Land Rover genoeg aan 1 motorblok om zijn last voort te slepen? Ik denk het niet. Die van ons blijft zeuren om een ander motorblok. Nadat we de keerring voor de zoveelste keer vervangen hadden en er weer een oliespoor ontsnapte, was de koek op. Uit elkaar en niet meer in elkaar Bij het uit elkaar halen van het blok bleek er toch meer aan de hand te zijn. De lagers van het krukas waren versleten en ook de lagers van de drijfstangen vertoonde sporen van slijtage. Je kunt dan alles vervangen en het blok weer dichtschroeven.
Maar dan weet je niet of de drijfstangen en het krukas zelf geen slijtage hebben. Omdat we alles los hadden, besloten we maar eens een revisiebedrijfje te raadplegen. Richard, onze revisieman, kijkt, voelt, en meet. Daarna concludeert hij dat het blok al maximaal opgeboord is en het krukas ook al een keer is bijgewerkt. Beide kunnen dus niet meer gereviseerd worden. Hij kan ons alleen helpen, als er een onderblok komt, dat nog op te boren is. Meteen Ron Bolleboom bellen. “ Ja, ik heb nog wel wat liggen. Kom maar kijken”.
In de auto en op naar Berkel en Rodenrijs. Daar meteen met Ron twee blokken opengetrokken om bij de tweede blok te ontdekken dat die geschikt is. Nog nooit opgeboord. Ideaal! Aan het eind van de dag een grijns bij Richard en Leon.´s Avonds belt Richard: “Ehhh, er is een stukje van het blok af. Dat was dichtgekit en bij het schoonmaken eraf gevallen. Daar ga ik niet mee aan de slag!” De reactie van Leon:”$%$!#)!$%KLOTE!” Op zoek naar het derde blok dan maar!
Een week geleden stond er een bericht op Paginamarkt, dat iemand zijn 2,5 liter Diesel blok van de hand wil doen, omdat er een 200 TDI in komt. Gelukkig had hij die nog niet verkocht. Dit blok is de opvolger van de 2,25 liter en is iets degelijker opgezet. Een goede keuze. Het blok werd uit- en ingebouwd bij AG Landrovers uit Genderen. Voor een prikkie mocht die mee. Maar dan ook alles wat erbij het uitbouwen vanaf komt. Een meevaller, want dat is wel nodig, omdat het een iets ander blok is dan de 2,25 liter. Iedere slang en leiding is dan gewenst, om alles weer passend in Miles te krijgen.
Met de Defender van Paul richting Genderen. Mijn eerste keer in een Defender.
Wat een raar gevoel. Je wilt in een Land Rover met het schakelen, de pook in de juiste versnelling drukken. Maar bij deze, gaat de pook bijna automatisch voor de juiste versnelling liggen. Wat een rijervaring! Bijna eng, zo snel en nauwkeurig stuurt dat ding. Toch liever een serie! Nu ligt het 2,5 liter blok bij Richard. Hij was zeer tevreden met het blok. Hij gaat het blok op zijn Nederlands reviseren; Op de millimeter nauwkeurig! Geen Engelse slag, Nederlandse precisie. Zelfs de drijfstangen worden gewogen! Met een beetje geluk is het volgende week klaar.
Of heeft een Japanse accountmanager hem enigszins bijles gegeven? Je ziet slechts sporadisch een Serie III rijden, maar geen enkele andere Land Rover. Voor de rest wagen de Tuaregs zich alleen nog met de Toyota Landcruiser in het terrein. De oude Land Rover vertrouwen ze nog, omdat hij robuust is en degelijk. Maar die moet je niet nemen als je sigaretten wilt smokkelen. Dan haalt zelfs de gemiddelde kamelendrijver je nog in.
Voor Miles viel het allemaal gelukkig mee. Na een spoedoperatie in het veld, bleef hij vrolijk doortokkelen. We hebben in het zand de thermostaat verwijderd omdat we bij wind in de rug en vijftig graden wel erg vaak met de motorklep open stonden om zijn hart te koelen. Nadat we de thermostaat eruit gehaald hadden, bleef het alleen beperkt tot stoppen als we wind in de rug hadden en een steile helling moesten beklimmen. “Ik snap niet dat je dat ding er nog in hebt zitten. Het eerste wat we hier in de woestijn doen als we een auto kopen is de thermostaat eruit halen!”, zegt onze gids verbaasd. “Maar vergeet hem niet terug te plaatsen als je weer in de buurt van Europa komt”. Voor onze ander Land Rover bezitters bleek deze reis wel een ongeluk of een aanvaring met de techniek.
De Discovery was niet helemaal gelukkig met de reis. Hij liet ons in de steek met de koppeling. De vork die de koppelingsplaat moet verplaatsen brak af. Wij hebben nog eerst een halve dag liggen sleutelen omdat we dachten dat een van de cilinders stuk was. Daarna zijn we allemaal teruggereden naar de garage in Agadez. Gelukkig maar vijftig kilometer zonder koppeling. Daar bleken geen onderdelen voor een Discovery voorradig te zijn, of we moesten twee weken wachten. De enige bezitter van een Range Rover, bleek wel bereid zijn vork te verkopen. Dat was een geluk.
Daarna bleek de hoofdcilinder niet meer te werken. Die is echt niet te krijgen in Noord Niger, wist de eigenaar van de garage Sahara te vertellen. Dan maar de reserve cilinder van Leon en Claire gebruiken. Drie dagen later reden we weer richting de grens met Algerije. Midden in de woestijn, begaf de dieselopvoerpomp het. Na even zoeken, hadden ze gelukkig een reserve pomp meegenomen, maar met ander aansluitpunten. Dat heeft een halve dag gepruts en gepeuter gekost om de leidingen weer aan te sluiten. Nog geen halve dag later brak de beschermkap van het differentieel af en bleef gevaarlijk onder de auto meeslepen. Tijdens het repareren ontdekten we dat er nog maar drie bouten aan de versnellingsbak vast zaten. Waren de heren van de garage toch iets te snel klaar.
Gelukkig bevonden zich in Miles zijn voorraad nog een aantal flinke bouten. Terwijl we de bouten aandraaiden druppelde er wat remvloeistof op de handen. De koppeling was weer aan het lekken. De Serie III koppelingscilinder was toch niet helemaal gemaakt voor de moderne broer. Na een moeizame start, kreeg de Discovery de smaak dan toch te pakken. Zolang hij in het terrein het tempo aanpaste aan Miles bleef het goed gaan. Stilstaan is niet altijd even prettig, maar hard over de piste knallen brengt je wel sneller tot stilstand.